Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Bassie
Het enige wat het illusionaire karakter van het 'ik' kan doorzien is het 'zien' zelf. Zodra het 'zien' het 'ik' ziet wordt het illusionaire karakter méé gezien.
|
Ja, dat is het Directe Zien, het zien dat niet gaat via de omweg van een ik. Een ik kan zijn illusoire karakter niet zien.
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Bassie
Daarom mag het 'ik' nooit ontkent worden.
|
Daarom dat ik dat ook nooit doe. Het 'ik' doet zich wel degelijk voor, alleen is het geen Werkelijkheid, of anders gezegd is het een illusie.
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Bassie
Doch alleen 'de ziener' is in staat om het 'ik' te zien én het verhaal waar het 'ik' in acteert.
|
Als je het 'de ziener' noemt is dit een toeeigenen, alsof het zien door iets of iemand gedaan zou zijn. Jouw eerdere verwoording is veel helderder: het is het 'zien' zelf dat het illusionaire karakter van het ik ziet, geen ik, geen ziener.
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Bassie
Maar let er als 'ik' zijnde wel op dat je je het 'zien' niet toe-eigent.
|
Exact!
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Bassie
Daarom is het van hoog belang om zo lang mogelijk het 'ik' in stand te houden.
|
Ikken kunnen niet in stand gehouden worden, ze komen en gaan, dat is de aard juist van illusies. Ze in stand houden is waanzin, het leidt tot heel wat eigen waan, de waan "ik ben", de waan dat er werkelijk een ik is die in stand blijft.
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Bassie
Op enige wijze moet er 'gezien' worden dat het 'ik' de acteur is in het verhaal van 'de wereld'.
|
Maak je daar maar geen zorgen om, ikken blijven zich voordoen, verschijnen en verdwijnen, daarvoor moet er juist niets in stand gehouden worden. Iets wat in stand gehouden wordt voorkomt juist het zien van het verschijnen en weer verdwijnen, de aard van de illusie.